Ik merk dat ik tijdens deze reis wagenwijd open sta. Voor de schoonheid en de eenvoud, maar dit keer meer dan eerder, voor de pijn en de donkerte van het mens zijn.
In de eerste fase van mijn reis ben ik gaan surfen en huurde ik een klein appartementje van een familie in Punta Hermosa, vlakbij Lima. Ik leerde ze wat beter kennen en dankzij hen voelde ik mij steeds meer thuis op deze plek. Liefde, bereidwilligheid, moed, plezier en oude pijn zag ik soms in hun ogen.
Ze komen uit Brazilië. Ondanks dat ze niet veel hebben, zijn ze enorm vrijgevig en meestal, vol vertrouwen. Dankzij hen en anderen, zie ik een stukje meer van de pijn die er is in onze wereld. Hij lijkt in deze landen zichtbaarder te zijn. Het is er in Nederland ook, maar wellicht door het welzijn onder laagjes verhuld. Via hen en anderen hoorde ik de verhalen van “op de grond” over de afgelopen twee jaar. Geen cijfers, maar mensenverhalen.
Ze vertelden, hoe in de eerste lockdown iedereen het moest uitzoeken. Ze mochten alleen naar buiten met een boodschappenlijstje om eten te kopen. Het geld hiervoor, werd natuurlijk steeds minder. Één keer was er iemand van de gemeente langs geweest om kip en wat andere voeding uit te delen. Toen de man des huizes naar beneden kwam met zijn Braziliaanse paspoort, kreeg hij te horen dat het alleen voor Peruanen was. Gelukkig mochten zij na 59 dagen alleen maar naar buiten te zijn geweest om eten te kopen, via een humanitaire vlucht naar hun geboorteland, waar ze 8 maanden bleven. Beter dan een kip. In Brazilië was de situatie wat beter. Volgens hen, waren mensen daar meteen de straat op gegaan toen ze niet meer mochten werken, schreeuwend dat ze zonder werk zouden sterven. Naar hun vertellen, werd daarom de lockdown in Brazilië versoepeld. Hier in Peru, heb ik de indruk dat iedereen stilletjes luisterde of uit angst niet in protest kwam. Velen stierven van de honger. Anderen hebben nu te kampen met de gevolgen van maanden geen werk en vergoedingen. Veel mensen uit de grote steden besloten in die eerste periode uit wanhoop lopend naar hun families te gaan die in de jungle of op het platteland woonden. Dat waren dagen, soms een week, soms langer. In de natuur was ten minste nog wat eten. Ze vertelden dat sommigen onderweg stierven omdat ze niet meer konden.
Worden deze verhalen ook verteld, naast de ziekenhuis cijfers?
Wat ik zie in dit gezin is de wil om te leven. De wil, om te onderzoeken wat waar is en wat niet. Ze zijn enorm gedreven en houden zich staande. De hele dag hoor je ze lachen. Hun dochter heeft energie voor 10 en wordt gestimuleerd om vooral veel te onderzoeken en kennis op te doen. Ik hoop dat er veel meer zijn zoals zij. En ik zie, hoe opvoeding en achtergrond hier aan bijdragen. Grote bewondering heb ik voor wie deze dingen heeft doorgemaakt en dan nog steeds voluit kiest voor het leven!